“West-Vlaming heeft meer te bieden dan taaltje”

Op 5 maart 2016, over deze onderwerpen: Provinciaal werk

“De West-Vlaming heeft meer te bieden dan enkel een sappig taaltje, waarom blijft de provincie ons tot het dialect verengen?” Provincieraadslid Sigrid Vandenbulcke (N-VA) vindt dat de Preus lik fjirtig-campagne nefast is op commercieel en cultureel vlak.

“In de scholen wordt al het mogelijke gedaan om een mooie standaardtaal te gebruiken en dan gaat de provincie het dialect promoten”, legt Vandenbulcke uit. “In het begin was dat even grappig, maar nu vind ik het uitgemolken en voel ik me zelfs beledigd. En met mij nog een heel aantal andere West-Vlamingen die er een wrang gevoel aan overhouden.”

Volgens het raadslid wordt in de campagne een karikatuur gemaakt van West-Vlamingen. “Het is clichébevestigend: 'ze hebben hun taaltje en kunnen niet beter'. We zijn toch bijvoorbeeld ook harde werkers, commercieel voelend en flexibel? Uiteraard moeten folklore en dialect behouden blijven, ik spreek het ook wel eens in de gepaste context. Maar is het de taak van een bestuurlijke overheid om dit blijvend te promoten? Er worden heel wat middelen en personeel geïnvesteerd in deze campagne. En met welk doel? Ik denk niet dat we er al een toerist of ondernemer extra mee naar West-Vlaanderen hebben gelokt.”

“Geld beter gebruiken”

Om het West-Vlaams gevoel te promoten, hoeft de provincie het ook niet te doen. “Dat is er al genoeg. We hoeven ons toch als regio niet af te zetten tegen een andere streek? Het geld dat we in de campagne pompen, zouden we beter voor toerisme gebruiken of investeren in nieuwe bedrijventerreinen. Daarom vraag ik ook een grondige evaluatie naar het financiële luik en de baten. Want als het West-Vlaanderen niets opbrengt, kunnen we de campagne beter stoppen.”

Het provincieraadslid uit Menen vind het gebruik van dialect door een overheid ook onbeleefd en een verkeerd signaal. Gedeputeerde voor communicatie Guido Decorte (CD&V) schudt het hoofd. “Ik kan het echt moeilijk begrijpen dat een provincieraadslid een wrang gevoel krijgt bij deze campagne en dat ze er zelfs niet achterstaat”, zegt hij. “Want voor regiomarketing moeten alle neuzen in dezelfde richting wijzen. Wie de provincie kent, weet toch dat het gebruik van het West-Vlaams een binnenkomertje is bij de burger. Aan deze marketingcampagne kunnen we perfect het wagonnetje haken van onze inhoudelijke opdracht.” “Dankzij de campagne verzamelden we op Facebook al 45.000 volgers”, gaat Decorte verder. “Dat is een pak meer dan eender welke andere provincie. En die kunnen we zo informeren over ons provinciaal beleid. Enkel door te bouwen op dat West-Vlaams gevoel dat er met zekerheid is. Die communicatie gebeurt natuurlijk in de standaardtaal. Zoals dat ook het geval is in andere campagnes, want je zou bijna de perceptie krijgen dat we constant en overal in het West-Vlaams praten.”

Decorte is er ook van overtuigd dat het de regio een goed imago bezorgt. “Dit brengt een positieve dynamiek bij diverse stakeholders met zich mee en het geeft West-Vlaanderen als regio een voorsprong op haar sterke punten ten opzichte van concurrentiële regio's”, besluit hij. “Het kan mensen aanzetten om hier te komen of blijven wonen, te werken, te investeren of een bezoek te brengen. De komende jaren willen we dan ook verder inzetten op regiomarketing, als strategische basis voor ons communicatiebeleid.”

 

Bron: Tommy Huyghebaert, Het Nieuwsblad/Regionaal: Kortrijk-Waregem-Menen, 05.03.2016, p. 3

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is