U bent hier
Het Menen van Griet Vanryckegem - Interview Leo
Interview met schepen Griet Vanryckegem in Leo, het magazine voor leden van de N-VA. (Nummer 1, 2023). Interesse in andere interviews? Blader door de verschillende Leo's van de afgelopen jaren via https://www.n-va.be/magazines/2023.
Wie Menen bezoekt, waant zich soms in het paradijs. Letterlijk dan, want een van de dorpswijken van de grensstad heet Paradijs. Een beetje verder sta je echter in De Barakken. Men was niet kieskeurig met het benoemen van de Menense wijken. De stad Menen zelf heeft een lange en rijke cultuurhistorische geschiedenis maar was de voorbije decennia wat ingedommeld. Daar komt verandering in, niet het minst dankzij de onverdroten inzet van schepen Griet Vanryckegem.
Er was een heuse stijlbreuk voor nodig. ‘Menen is altijd een belegerde stad geweest: de Spanjaarden, Fransen, Oostenrijkers, Hollanders, Duitsers, ze hebben hier allemaal gezeten. Soms had ik de indruk dat Menen ook op politiek vlak een belegerde stad was, met veel ruzies en constante coalitiewissels. We hebben daarmee tien jaar geleden komaf gemaakt door met de N-VA te streven naar een stabiele coalitie met een duidelijke langetermijnvisie’, vertelt Griet.
Die visie is nu ook in het straatbeeld zichtbaar, met een mooi gerestaureerd belfort en stadhuis, grote Leiewerken, een open en moderne bibliotheek … ‘Ik heb sinds mijn aantreden als schepen tien jaar geleden altijd gezegd: ik wil dat onze inwoners opnieuw trots zijn op hun stad. Menen werd lang vereenzelvigd met negatieve zaken: verloedering, criminaliteit, dofheid. Dat beeld zijn we stukje bij beetje aan het keren. We hebben er ook de troeven voor, zowel cultureel, historisch als economisch. Door de mensen opnieuw een positief gevoel over hun stad te geven, trekken we ook ondernemingen en nieuwe inwoners aan. Zo blijft een stad leefbaar.’
Alles begint bij gezond financieel beleid
Griet heeft de ideale bevoegdheden om het elan van Menen op te frissen: Cultuur, Erfgoed en Onderwijs. Die portefeuille – sinds 2018 aangevuld met Kerkfabrieken – is de perfecte hefboom om het DNA van de N-VA in het beleid van Menen te laten doorsijpelen. ‘Het begint nochtans allemaal met een gezond financieel beleid. We doen bijvoorbeeld qua cultuur nu meer met minder centen. En je moet consequent zijn: je visie laten doordringen op basis van expertise, eerlijkheid en gezond verstand. En natuurlijk zijn cultuur, onderwijs, taal en erfgoed cruciale elementen om het maatschappelijke weefsel te versterken.’
Als leerkracht geschiedenis – Griet geeft nog steeds halftijds les in het college tegenover het stadhuis – beseft ze het belang van historische kennis. Het verhaal van Vlaanderen had ook in Menen gefilmd kunnen worden. ‘Het zou toch al te gek zijn dat we niet mogen vertellen over wat hier vroeger gebeurd is? Dat we die geschiedenis niet in de verf mogen zetten? Na de restauratie van het belfort was het voor mij symbolisch heel belangrijk dat we op 11 juli de Vlaamse Leeuw op de toren lieten wapperen. Ik heb daarvoor echt een strijd moeten voeren. Dat was hier nog nooit gebeurd. Vooral de media hebben blijkbaar een allergie aan Vlaanderen. Maar ik blijf mij daarvoor inzetten. We mogen trots zijn op onze identiteit, los van de politiek.'
Geen strobreed afwijken
Het Vlaamse karakter van Menen is niet vanzelfsprekend, met zowel de Waalse als de Franse grens op nauwelijks een steenworp afstand. De problemen zijn dan ook legio, met de verfransing in de eerste plaats. Maar Griet geeft daaraan niet toe. ‘We doen heel wat inspanningen. We schakelen brugfiguren in vanuit het Sociaal Huis om kansarme kinderen naar de scholen te begeleiden, we organiseren vakantiebabbels, ondersteunen verenigingen die werken rond taal, nemen specifieke initiatieven in de bibliotheek. De voertaal blijft het Nederlands, daarvan wijken we geen strobreed af. We geven alle mogelijke kansen om de taal te leren, zo laagdrempelig als kan. Men moet die kansen dan ook grijpen, punt.’
Het is ondertussen al een jaar geleden, maar corona blijft een ijkpunt voor veel lokale besturen. Als schepen van Onderwijs, leerkracht én met vier studerende tieners in huis, was die periode voor Griet bijzonder ingrijpend. ‘We hebben meteen een crisiscel opgericht, met alle scholen. Dat ging vrij vlot, we hebben zeer goed samengewerkt. Ik heb er ook veel uit geleerd. Zo hadden we ons cultuurprogramma aangepast: geen massa-evenementen meer, maar kleine, lokale initiatieven op straat- en wijkniveau. Wat bleek? Dat viel in zeer goede aarde bij de inwoners. Dus hebben we daarop voortgebouwd: lokale culture prikkels in plaats van grote stadsfestivals. Het werkt. We werden een voorbeeld in de regio.’
In 2024 zal Griet twaalf jaar schepen zijn in Menen. En dat mag voor haar nog even duren. ‘In één legislatuur is het vaak niet gemakkelijk om een visie te ontwikkelen én uit te voeren. Veel projecten kosten tijd en dan is het goed dat je kan verder kijken dan een bestuursperiode.’ Toch blijft ze ook verknocht aan haar job als leerkracht. ‘Ik wil niet afhankelijk zijn van de politiek. Ik heb ook niet de ‘herverkiezingsstress’ zoals sommige collega’s. Ik ben schepen in hart en ziel, maar als de kiezer er zo over beslist, dan keer ik met veel plezier weer voltijds terug naar de klas. Ook daar kan ik mijn knowhow kwijt, en het houdt mij met beide voetjes op de grond. Het is goed om af en toe uit je politieke bubbel te stappen. Zo hoor je in de lerarenkamer ook wel eens andere dingen. Hoe men tegenover het beleid van Ben Weyts staat, bijvoorbeeld. Hij mag gerust zijn, veel leerkrachten staan achter hem.'
Doe gewoon je best
Om schepen te blijven zal Griet dus de inwoners van Menen moeten overtuigen. Zo gaat dat nu eenmaal. Ze kijkt daar alvast met vertrouwen naar uit. ‘Ik blijf ervan overtuigd dat degelijk inhoudelijk werk loont. Doe gewoon je best. Studeer, bereid je dossiers grondig voor en zorg ervoor dat je tussen de mensen blijft staan. Praat met hen, in plaats van alleen handjes te schudden. De mensen respecteren dat. Daarom ga ik zelf zo vaak op trot om het beleid uit te leggen. Zelfs onze ereburger Jozef Deleu (schrijver en oprichter Ons Erfdeel, red.), niet bepaald de grootste N-VA-fan, toonde al zijn appreciatie. Zo slecht zal ik het dus niet doen.’ (lacht)
Griet blijft ook de band met Brussel behouden, als lid van het partijbestuur en de partijraad. ‘Ik deed dat eerst uit nieuwsgierigheid. Hoe komt men tot beslissingen binnen de partij? En hoe vertalen die beslissingen zich naar het lokale beleid? Ik wil vooral die band tussen het lokale en Brussel in stand houden. Uiteindelijk merk je na al die jaren dat de N-VA een consequente partij blijft. We zeggen nog altijd dezelfde zaken als tien jaar geleden. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. Elke beslissing wordt met een groot draagvlak genomen, dat merk je elke keer. In de partijraad zitten ook mensen zonder belangrijke mandaten, maar die kunnen allemaal hun zeg doen. Er wordt naar iedereen geluisterd. Dat is toch een ongelofelijke sterkte van onze partij.’
Griet Vanryckegem
• geboren in 1973 in Menen
• tien jaar schepen voor Cultuur, (Kunst)onderwijs, Bibliotheken en Erfgoed in Menen
• lid van de politieraad (politiezone Grensleie)
• vier jaar voorzitter van de intergemeentelijke samenwerking Zuidwest (regio Kortrijk)
• 25 jaar leerkracht geschiedenis aan het Sint-Aloysiuscollege in Menen
• secretaris N-VA Menen
• lid van het arrondissementeel bestuur N-VA Kortrijk-Roeselare-Tielt
• lid van de nationale partijraad en het partijbestuur
• moeder van Hadewijch, Wolf, Reinhard en Arnout