Wetsvoorstel bestuurlijke handhaving ingediend in commissie binnenlandse zaken

Op 8 juli 2020

Hoe kunnen lokale besturen het hoofd bieden aan de innesteling van personen die gelinkt kunnen worden aan georganiseerde misdaadfenomenen, in het lokaal sociaal en economisch weefsel?
Integrale veiligheid kent een strafrechtelijke en een bestuurlijke poot. De bestuurlijke poot moet echter worden versterkt. Samen met collega's Joy Donné en Christoph D'haese diende kamerlid Yngvild Ingels een wetsvoorstel  voor bestuurlijke handhaving in de commissie Binnenlandse Zaken in. 

Dit wetsvoorstel wil voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten ondersteunt door vergunningen, subsidies, overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten te verstrekken die gebruikt worden voor illegale praktijken. Zo kunnen lokale besturen (pogingen tot) innesteling van personen die gelinkt kunnen worden aan georganiseerde misdaadfenomenen weren uit het lokaal sociaal-en economisch weefsel

Voorbeelden: motorbendes die een clubhuis openen om geld wit te wassen, carwashes die worden gebruikt voor mensensmokkel, leegstaande loodsen, stallen, boerderijen of andere onbewoonde panden die worden gebruikt als opslagplaats voor gestolen goed of als productieplaats voor cannabis of synthetische illegale drugs

Het wetsvoorstel heeft twee luiken:

(1) Uitbreiding bevoegdheden lokale besturen inzake bestuurlijke handhaving (door wijzigingen aan Nieuwe Gemeentewet, GAS-wet, Drugswet en Wetboek van Economisch Recht)
(2) Oprichting van een nieuw federaal onafhankelijk orgaan: de DIOB (Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen)

Hoe?

Gemeenten kunnen risicoanalyses uitvoeren waaruit blijkt dat één/meerdere sectoren onderhavig zijn aan misbruik door georganiseerde criminelen. Vervolgens kunnen zij in hun gemeentelijke politieverordening opnemen dat uitbatingen in een bepaalde sector zullen worden onderworpen aan een integriteitsonderzoek:

Gemeente kan het onderzoek naar mogelijke risico  dat de uitbating zal gebruikt worden om strafbare feiten (opgelijst in de anti-witwaswet) te plegen zelf voeren:

Daarna neemt het College van Burgemeester en Schepen, op voorstel van de burgemeester, een beslissing. Deze kan zijn: toekenning of weigering/schorsing/opheffing van vergunning/ concessieovereenkomst/overheidsopdracht/ subsidie of administratieve sluiting. Het onderzoek mag maximum 60 dagen duren.

De burgemeester kan ook vragen aan DIOB (Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen) om het onderzoek te voeren als de gemeente onvoldoende info kan verzamelen. Het DOIB zal dan het risico nagaan of de uitbating kan gebruikt worden om strafbare feiten te plegen. Het DOIB kan daarvoor informatie gaan opvragen bij verschillende diensten en overheden (o.a. politie, centraal strafregister, economische/sociale inspectiediensten, …). Het advies van het DOIB is niet bindend en het onderzoek mag maximum 63 dagen duren. 

Daarna neemt College van Burgemeester en Schepenen, op voorstel burgemeester, een beslissing. 

2 nieuwe bestuurlijke instrumenten 

Bestuurlijke verzegeling
Bestuurlijke dwangsom
De burgemeester kan hiertoe beslissen maar dat zal steeds bevestigd moeten worden op de eerst opvolgende vergadering van het College van Burgemeester en Schepenen

Waarom?

De strafrechtsketen is meer dan verzadigd. Hierdoor komt de klassieke reactieve strafrechtelijke aanpak vaak te laat om georganiseerde criminaliteit effectief en efficiënt te bestrijden. 

De grote aandacht die naar de (controverse rond) de GAS-wet (en voornamelijk de GAS-boetes) is gegaan de laatste jaren leidde ertoe dat andere mogelijkheden van bestuurlijke handhaving onderbelicht bleven. 
 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is